Kabelwerk

1. We beginnen op je dak

Zonnepanelen worden op je dak bevestigd met stevig montagemateriaal. Daardoor hoeven we niet in je dak of dakpannen te boren en blijft het risico op lekkage minimaal. Ons montagemateriaal is uitvoerig getest en voldoet aan alle veiligheidseisen.

2. We plaatsen de omvormer

De omvormer zet zonnestroom om naar ‘gewone’ stroom (wisselstroom). Voor de omvormer zoeken we een mooi plekje in je huis. De omvormer is niet groot, maar heeft wel wat ruimte nodig voor ventilatie. We hangen hem daarom aan een stevige, en vlakke, vaste wand – een betegelde muur is bijvoorbeeld niet zo geschikt. Ook is het verstandig om de omvormer in een ruimte te hangen waar niet geslapen of geleefd wordt. Een omvormer kan namelijk wat geluid maken (niet hard, vergelijkbaar met een koelkast of een fluisterende stem). Vaak kiezen we voor de zolder, een technische ruimte bij de CV of de bijkeuken of garage.

Heb je een parallel geschakeld systeem met micro-omvormers? Dan plaatsen we geen centrale omvormer in huis, maar gebruiken we mini-omvormers per 1 of 2 panelen. Deze micro-omvormers worden achter de panelen geplaatst en zetten de zonnestroom direct op het dak om in bruikbare elektriciteit.

3. We verbinden alles aan elkaar

Dan de kabels. We trekken twee kabeltrajecten: van je zonnepanelen naar je omvormer en van de omvormer naar de meterkast. Voor het eerste kabeltraject moeten we via een doorvoer van buiten naar binnen, het tweede kabeltraject loopt van de omvormer naar de meterkast. We werken heel nauwkeurig en houden uiteraard rekening met de opbouw van je dak. Denk aan bijvoorbeeld het isolatiemateriaal.

Kabels van zonnepanelen wegwerken doen we zo

Voor het wegwerken van de kabels maken we zoveel mogelijk gebruik van bestaande doorvoeren – een ventilatiepijp bijvoorbeeld. De wisselstroomkabel kan vervolgens via een bestaande loze PVC-leiding naar de meterkast geleid worden, of via een centrale koof. Moeten we een nieuwe PVC-buis aanleggen? Dan werken we alles uiteraard netjes weg.